De familie Goudsmit
Dit is het verhaal van de Joodse Goudsmits, de familie van mijn oma Flora Goudsmit, gebaseerd op mijn eigen stamboom- onderzoek.
Behoor je tot deze familie en/of heb je meer informatie, neem dan contact met me op

Jochem en Anna

We beginnen ons verhaal ergens in de Gouden Eeuw, misschien wel bij het begin van het eind van de Gouden Eeuw, het rampjaar 1672, waarin de Verenigde Zeven Provincieën oorlog hadden met iedereen en de gebroeders De Witt in Den Haag werden gelyncht. Rond die tijd werden Jochem Jochanan David en Anna Nehemia geboren, de oudst bekende voorouders van onze Goudsmit-tak.

kandelaar


Zijn ze in Nederland geboren? Het zou goed kunnen, maar het kan ook zijn dat ze in Duitsland, Polen of een ander Midden-Europees land geboren zijn.  Tussen 1650 en 1660 vestigde zich namelijk in Rotterdam een groep Azhkenazische Joden uit Duitsland en Polen. Mogelijk dat de ouders van Jochem en Anna daar deel van uitmaakten en dat Jochem en Anna óf als baby of kleuter met hun ouders meekwamen, óf dat ze zelf in Rotterdam zijn geboren. In ieder geval, de oudste vermelding van, dan inmiddels het echtpaar, Jochem Jochanan David en Anna Nehemia betreft de geboorte van hun eerst kind in Rotterdam.

Hoewel er sinds de Middeleeuwen al groepen Joodse mensen in Nederland woonden worden de grote Joodse gemeenschappen in de grote steden pas veel later gesticht. Allereerst aan het begin van de 16e eeuw, door de Sefarische Joden, afkomstig uit Spanje, Portugal en Noord-Afrika, op de vlucht voor de Inquisitie. Daarna door een grote groep Azkhenazische Joden aan het begin van de 17e eeuw, op de vlucht voor de 30-jarige oorlog. De Azkhenazische Joden of Hoogduitse Joden komen voornamelijk uit Midden-Europa.

Jochem en Anna kregen in Rotterdam dus hun eerste kind: Marianne Jochem, geboren in 1702. Daarna verhuisden ze naar Amsterdam en kregen daar nog 3 zoons:
- Salomon Zalman Jochem (1708)
- Hartog Jochem (1709)
- Salomon Shalom Jochem (1717)
Verder weten we weinig van Anna en Jochem. Jochem leeft in ieder geval niet meer op de bruiloft van Hartog in 1734 en Anna leeft in ieder geval nog wel op de bruiloft van Shalom in 1740.

Hoewel de Joden zich in Nederland in het algemeen vrij konden vestigen betekende dat zeker niet dat ze als volwaardige burger beschouwd werden. Hoewel ze hier relatief veilig waren en hun eigen geloof konden uitoefenen waren veel beroepen niet voor Joden toegankelijk zodat ze moeite hadden om in hun levensonderhoud te voorzien. Waarschijnlijk waren Jochem en Anna ook arm en leefden ze van de straathandel, de bedeling en de armenzorg.

Salomon Shalom Jochem

Jodenbuurt

De Jodenbuurt door E. Alex Hilverdink

Hoe gaat het verder met het gezin Jochem Jochanan? Marianne trouwt met Heijman Praag Kerpel en overlijdt jong, ergens rond 1730. Er zijn geen kinderen bekend. Salomon Zalman trouwt met Rachel Cohen. Ze krijgen 2 kinderen en die zullen de naam Weltevreede aannemen. Generaties later komen de families weer samen als enkele Weltevreedes trouwen met Goudsmits.

Hartog trouwt met Engeltje Cohen. Ze krijgen 1 kind verhuizen naar Rotterdam en starten de familie Eijl.

Shalom Jochem dan, de jongste zoon, dat is onze man. Hij trouwt met Marianne Levie en krijgt 2 kinderen:
- Jochem Shalom (1752)
- Nehemia Shalom (1759)

Het is inmiddels de 2e helft van de 18e eeuw. Amsterdam is onderdeel van de republiek der 7 provincieën, Willem IV is stadhouder maar zal in 1751 overlijden.

 

De naam Goudsmit

Uilenburgerstraat

Uilenburgerstraat

De zoons van Shalom Jochem, Jochem en Nehemia, zijn de naamgevers van de familie Goudsmit. Jochem laat zich in 1809 naturaliseren en neemt de naam Goudsmit aan. Zijn broer doet hetzelfde in 1826. Waar ze de naam vandaan halen is niet bekend. Waren hun voorouders Goudsmit of is het hun wensdroom? In ieder geval, Jochem is klerenverkoper en Nehemia is voddenboer. Beiden wonen in de Uilenburgerstraat, in het hart van de Jodenbuurt. De leefomstandigheden in die tijd zijn natuurlijk onvergelijkbaar met nu maar in de Jodenbuurt was alles nog een graadje of twee erger. Minimale woonruimte, slechte huizen en dito hygiënische omstandigheden. Als illustratie een foto van diezelfde Uilenburgerstraat, genomen in het begin van de 20e eeuw:

Jochem en Nehemia stichten allebei een gezin. Jochem trouwt met Marianne Prins en Nehemia trouwt met Sara Loggen. Jochem krijgt 2 zoons en hun nazaten vormen binnen enkele generaties een omvangrijke Goudsmit-familie.

Nehemia krijgt maar liefts 5 zoons: de naam Goudsmit zal voortleven.

Lange David

Een intrigerend detail in de gegevens van Jochem en Nehemia is dat ze beiden, bij hun begrafenis, worden genoemd als achterkleinzonen van Lange David. Ook hun vader krijgt de vermelding mee 'kleinzoon van Lange David'. Wie Lange David was weten we nog niet, maar het feit dat hij expliciet 3 x vermeld wordt lijkt erop te wijzen dat het een bekende figuur was.

De zonen van Nehemia

Voddenjood

'De voddenjood' door Baruch Lopes de Leao Laguna

Nehemia Shalom Goudsmit groeit op tijdens de neergang van de Republiek. Hij trouwt in 182 met Sara Benjamin Loggem. Als de Fransen in 1795 Nederland binnenvallen is net zijn vijfde en laatste kind geboren. Achtereenvolgens maken ze de hele transformatie van de oude Republiek via de Bataafse Republiek, het Franse keizerrijk, het Verenigd Koninkrijk (met Belgie en Luxemburg) en ten slotte het Koninkrijk der Nederlanden mee. Of er veel van die omwentelingen doordringt in de Jodenbuurt van Amsterdam valt te betwijfelen maar uiteindelijk zullen de ontwikkelen voor de Joodse Gemeenschap niet slecht uitpakken.

Het gezin Nehemia Shalom Goudsmit bestaat uiteindelijk uit:

In 1826, het moment dat Nehemia genaturaliseerd wordt en de naam Goudsmit aanneemt woont hij op de Uilenburgerstraat nr. 100 met zijn 5 zoons. Alle zonen zijn dan al getrouwd en hebben kinderen dus er zullen ongetwijfeld ook echtgenotes en kinderen rondlopen. Bedenk daarbij dat een arbeiderswoning in die tijd bestond uit een woonkamer met een keukenblok en een bedstee en het is duidelijk waarom de families toen voornamelijk op straat leefden.

Van zijn zoons is Levie Liepman is de enige die geen kinderen kan grootbrengen. Zijn enige levend geboren kind sterft nog hetzelfde jaar. De overige zonen starten hun eigen Goudsmittak met nazaten tot in de 20e eeuw. Wij concentreren ons op onze voorouder: David Nehemia Goudsmit.

David Nehemia Goudsmit

David Nehemia trouwt op 3 januari 1813 met Aaltje Goudkop. De Fransen hadden net Nederland verlaten, Willem Frederik zal aan het eind van het jaar voet op Nederlandse bodem zetten en als Willem I koning van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden worden.

Hoewel de Franse overheersing ten einde is blijft er een gunstige erfenis achter voor de Joodse inwoners van Nederland. Tijdens de Bataafse republiek is besloten de Joden op alle fronten gelijk te stellen met de overige Nederlanders "dat geen Jood zal worden uitgeslooten van eenige rechten of voordeelen die aan het Bataafsch Burgerregt verknocht zyn" . Een logisch uitvloeisel van de grondbeginselen van de Franse revolutie: vrijheid, gelijkheid en broederschap. Alle beroepen zijn dus opengesteld voor Joden. Uiteraard is het de eerste jaren nog vooral een papieren gelijkheid maar rond 1850, als het economisch beter gaat in Nederland zullen veel Joodse families ontsnappen aan de bittere armoede waarin het grootste gedeelte van hen leefde.

David Nehemia staat bij zijn huwelijk te boek als 'Colporteur Kijzerlijke Looterij'. Hij krijgt 8 kinderen waarvan er 4 jong overlijden. Ook Aaltje Goudkop overlijdt jong, al in 1826.

De kinderen die voor nageslacht gaan zorgen zijn:

De laatste, Isaac David, is onze voorouder.

Isaac David Goudsmit

Isaac is kartonwerker en diamantslijper. Wat een kartonwerker precies is weet ik niet maar het lijkt erop dat hij geen straathandelaar meer is zoals zijn voorouders. Hij trouwt in 1845 met Klaartje Zadoks. Ze krijgen 5 kinderen waarvan er 2 vroeg sterven. Het gezin bestaat uiteindelijk uit:

Maurits en Nehemia trouwen en starten ieder hun Goudsmittak. Maurits is tekenaar bij het kadaster, Nehemia is kantoorbediende: de familie Goudsmit werkt zich langzaam op naar de middenklasse.

David Goudsmit en Flora Krijn

David Goudsmit staat te boek als koopman en commissionair. Hij zit in de damesconfectie, iets wat zijn oudste zoon later zou overnemen. Hij woont o.a. op de Prinsengracht, in de van Eeghenstraat en aan de Amstelveenseweg, voorwaar geen slechte locaties, het gaat hem duidelijk voor de wind. In 1875 trouwt hij met Flora Krijn, dochter van Lehman Krijn en Cornelia Cohen-Eljon. (Hiermee komt de naam Flora in de familie Goudsmit). Samen krijgen ze de volgende kinderen:

Julius wordt geboren op 2 maart 1889. Nog geen twee maanden later wordt er in Oostenrijk een ander jongetje geboren. Deze Adolf zal een verwoestende invloed hebben op de Goudsmits en alle andere Joden in Europa.

Intussen overlijdt David Goudsmit al in 1897 op 50-jarige leeftijd. Flora Krijn blijft achter met 5 kinderen (Isaac wordt maar een half jaar oud). Ze zal ongetwijfeld steun hebben gehad van haar oudste dochter: Catherine.

Catherine is al 21. In 1902 trouwt Catharina met advocaat Isidore Hen, weer een teken dat de Goudsmits maatschappelijk aan het opklimmen zijn. Isidore Hen is een prominent lid van de Joodse gemeenschap. Hij was jurist en promoveerde in 1900 op 'De arbeidsovereenkomsten in de diamantindustrie'. Hij was redacteur van 'De Wachter' het orgaan van de Nederlandse Zionistenbond. Hij introduceerde het Zionisme in Indië, waar hij en zijn vrouw in 1902 naar toe verhuisden. Daar was hij voorzitter van de Joodse Raad en ook cantor (voorzanger). In die hoedanigheid heeft hij de huwelijken van twee van zijn dochters voltrokken. Verder schreef hij het verhaal 'Lewaje' (begrafenis) dat terug te vinden is in de bundel 'Ochenebbisj, verhalen en geintjes over het Amsterdamse ghetto'.

Leo Goudsmit

Leo Goudsmit en Corrie Verhoeven

Leo neemt de zaken van zijn vader over, hij wordt vertegenwoordiger in damesconfectie. In 1910 trouwt hij de katholieke Cornelia Verhoeven. Leo is daarmee de eerste die buiten het Joodse geloof trouwt.Aan de foto's van die tijd te zien wordt Corrie zonder problemen in de Joodse familie opgenomen. Andersom is dat echter niet het geval. De familie Verhoeven verbreekt de banden met Corrie en het zal tot de jaren 50 duren voordat oudste broer Jan overkomt uit de Verenigde Staten waarheen hij is geëmigreerd om de band met zijn zus te herstellen.
Ze krijgen twee kinderen: Hans en Flora.
Julius Goudsmit

Julius Goudsmit en Johanna Huetinck

Julius volgt het voorbeeld van zijn broer en trouwt met de niet-Joodse Johanna Huetinck uit Den Haag. Julius is handelsemployee. Hij zal met zijn vrouw ook naar Indië vertrekken, naar Ternate, later naar Surabaya en Bandoeng.

Ze krijgen 3 dochters: Floor, Mia en Gien

Corrie Goudsmit

Corrie Goudsmit en Willem Kruyder

Corrie trouwt met werktuigbouwkundige Willem Kruyder, ook niet Joods. (Willem is de tweelingsbroer van kunstschilder Herman Kruyder) Ze wonen Haarlem en in Amsterdam en krijgen geen kinderen.

Flora Goudsmit

Links (waarschijnlijk)Regina Goudsmit. In het midden Flora Goudsmit-Krijn en rechts Corrie

Regina ten slotte(die officieel Rebecca heet maar Regina, of Gien genoemd wordt) zal niet trouwen.

Flora Krijn maakt alle huwelijken mee en zal ook alle kleinkinderen en twee achterkleinkinderen kunnen verwelkomen. In 1915 onderneemt ze de reis naar Indië om Kathe en Isisdore te bezoeken. In 1933 overlijdt ze, 87 jaar oud.

Brief Flora Krijn

Klik hier voor een briefje van Flora Krijn.


Na twee eeuwen ploeteren hebben de Goudsmits een vaste plaats in de Amsterdamse burgerij veroverd. Vanuit de krottenwoningen in de Jodenbuurt, de bedelarij, de straathandel, de armenhulp vanuit de synagoges zijn ze opgeklommen naar fatsoenlijke woningen, goede banen en opleidingen voor hun kinderen. En nu wordt dat in 5 jaar vernietigd door de haat van het Duitse nazisme.

1940-1945

Stamboomonderzoek naar een Joodse familie in Nederland is een deprimerende bezigheid. Vanaf 1700 was ik bezig steeds meer Goudsmits in te voeren in de database. Een stamboom vertakt zich snel, kinderen krijgen kinderen, die starten weer nieuwe families, krijgen kinderen enzovoort. En dan, vanaf 1940 houdt bijna alles op. Keer op keer moet je als overlijdensplaats Sobibor invullen, of Oswiecim (Auschwitz), hele gezinnen worden vernietigd en uiteindelijk hou je slechts een handvol overlevende families over.

Een van die families is uiteraard die van mijn voorouders, anders had ik dit niet kunnen schrijven. Hoe is het hun vergaan in de oorlog?

Allereerst waren de kinderen van David Goudsmit en Flora Krijn, met uitzondering van Catherine, tijdens hun leven niet meer uitgesproken Joods. De meesten trouwden met niet-Joodse Nederlanders en woonden niet meer in de jodenbuurt. Dat heeft zeker in hun voordeel gewerkt. Daarnaast verbleven de meesten tijdens de oorlog niet in Amsterdam, de gevaarlijkste plek. Ook dat zal ertoe bijgedragen hebben dat ze redelijk ongeschonden de oorlog zijn doorgekomen.

Catherine, getrouwd met zionist en vooraanstaand Jood Isidore Hen bevond zich nadrukkelijk wel in de gevarenzone, net zoals haar kinderen. Toen de oorlog uitbrak waren ze al een aantal jaren terug in Nederland en woonden in Den Haag. Iedereen van het gezin heeft de oorlog overleefd maar ik vond wel een vermelding in een lijst van Nederlandse overlevers van het kamp Theresienstadt 'Mr. Isidore Hen en echtgenote'. Kennelijk zijn ze wel opgepakt maar hebben het overleefd.
Isidore stierf in 1947, Kathe in 1950.

Vliegtuig bij de Steeg

Marijke, Siep en Hans Siezen bij de resten van een geallieerd vliegtuig

Leo heeft niets van de gruwelen meegemaakt want hij overleed voor de oorlog. Volgens de familieverhalen was Leo een extreem bijgelovig man. Ooit was hem voorspeld dat hij jong zou sterven en toen hij in 1938 ziek werd zou hij, overtuigd van zijn lot, het leven eenvoudigweg hebben opgegeven. Zijn vrouw, Corrie Verhoeven, was katholiek en had dus geen vervolging te vrezen. Toen de oorlog uitbrak was ze net op bezoek bij haar zoon Hans in Indië. Daar hebben beiden, en Hans' vrouw Anneke de oorlog overleefd, zei het na een zware periode in interneringskampen. Dochter Flora, getrouwd met de niet-Joodse Jo Siezen, woonde in Bussum en De Steeg met haar kinderen en heeft de oorlog eigenlijk zonder al te veel narigheden overleefd (pikant detail: in De Steeg moest ze op een gegeven moment Duitse officieren huisvesten).

Corrie Goudsmit was getrouwd met de niet-Joodse Willem Kruyder. Ze hebben de hele oorlog in Amsterdam gewoond, aan de Postjeskade, en zijn, voor zover ik weet, nooit opgepakt.

Julius Goudsmit woonde met zijn vrouw in Den Haag. Net als zijn oudste zus heeft hij een tijd in Indië gewerkt maar wegens ziekte moest hij in de 20'er jaren terug naar Nederland. Bij het begin van de oorlog had hij een goed lopende kruidenierszaak in Den Haag. Hoewel hij wel een jodenster moest dragen en zijn kruidenierszaak op een gegeven moment op last van de Duitsers moest sluiten is hij altijd vrij gebleven, net zoals zijn inmiddels volwassen dochters, Floor, Mia en Gien. Dat is zeker ook te danken aan het feit dat ook hij met een niet-Joodse getrouwd was (Johanna Huetinck). Op het eind van de oorlog ging het nog bijna mis toen hun huis werd gebombardeerd door de RAF. Het doelwit was de V2-installatie vlakbij Den Haag maar door een navigatiefout kwamen er ook bommen op woonwijken terecht. Het huis was verwoest maar de familie was op tijd weggekomen.

Euterpestraat

Het huis van tante Gien aan de Euterpestraat

En dan Regina, tante Gien, geboren als Rebecca Goudsmit. Tante Gien werkte voor Wolters Noordhoff als vertegenwoordigster voor de schoolboeken. In die hoedanigheid bezocht ze allerlei scholen in de omgeving. Ze woonde tijdens de oorlog in de Euterpestraat 173 (nu Gerrit van der Veenstraat), een totaal verkeerde plek om te wonen want hier zat het hoofdkwartier van de SD, de Duitse Sicherheidsdienst.
Tante Gien zal ook een jodenster opgehad hebben want zij is tijdens een razzia in 1942 opgepakt en naar de concentratiekampen vervoerd. Daar is ze op 26 september vermoord in het kamp Auschwitz-Monowitz. Ze is 56 jaar geworden.

Hiermee is tante Gien van het gezin Goudsmit-Krijn het enige slachtoffer van de Holocaust. Daarmee is het een van de minst getroffen gezinnen. Wat gebeurt er bijvoorbeeld met de broers van David. Met Maurits de tekenaar en Nehemia de kantoorbediende?

De enige zoon van Maurits, Jacques, trouwt met Sophia Salomons. Ze krijgen geen kinderen en worden beiden in 1943 in Sobibor vermoord.

Nehemia krijgt twee kinderen, Catherina en Jacques David. Het lot van Catherina is niet bekend maar Jacques David wordt omgebracht in Sabersdorf, in 1943.

De rest van de Goudsmit-families wordt ook zwaar getroffen. Velen maakten de gedwongen reis terug naar de landen waar hun voorouders vandaan kwamen en ondergingen alsnog het lot waar hun voorouders succesvol voor gevlucht waren.


Hier volgt een In Memoriam voor alle door de Duitsers vermoorde Goudsmits, afstammelingen van Jochem Jochanan en Anna Nehemia. De lijst zal ongetwijfeld niet compleet zijn en ik ben nog niet toegekomen aan het onderzoeken van alle nazaten die destijds niet meer de naam Goudsmit droegen.

Goudsmit-slachtoffers Holocaust

  • Mietje Goudsmit (Amsterdam 1942) en echtgenoot Moses Samson (Auschwitz 1943)
  • Esther Goudsmit (Auschwitz 1942)
  • Debora Goudsmit (Weststellingerwerf 1943) en Martin Waag (Amsterdam 1941)
    • kinderen Herman (onbekend 1944) en Jenny (Weststellingerwerf 1943)
  • Nagman Goudsmit (Weststellingerwerf 1943) en Betje Schenkkan (idem)
  • Joachim Goudsmit (Amsterdam 1942) en Vrouwtje de Hoop (Weststellingerwerf 1943)
  • Hijman Goudsmit (Auschwitz 1942) en Antonette Jambroes (Amsterdam 1942)
  • Lea Goudsmit (Amsterdam 1942) en Michael Sacksioni (Schoppenitz 1943)
  • Jacob Goudsmit (Amsterdam 1942) en Mietje van Kolm (Auschwitz 1942)
  • Sara Goudsmit (Weststellingerwerf 1943) en Benjamin van Thijn (Sobibor 1943)
  • Eva Goudsmit (Auschwitz 1942)
  • Rika Goudsmit (Auschwitz 1942) en Meijer Markus (Auschwitz 1942)
  • Jacob Goudsmit (Auschwitz 1945) en Josephine Wolf (Birkenau 1944)
  • Jeanette Goudsmit (Weststellingerwerf 1943) en Jacob van Buuren (Sobibor 1943)
  • Hanna Goudsmit (Weststellingerwerf 1943)
  • Cato Goudsmit (1943 Sobibor) en Samuel Coppenhage (idem)
  • Esther Goudsmit (Auschwitz 1944) en Joseph Posener (Mauthauzen 1945)
  • Louis Frits Goudsmit (Auschwitz 1943) en Rosa Aalsvel (Auschwitz 1942)
  • Salomon Goudsmit (Auschwitz 1943) en Eva Buijtekant (idem)
    • kinderen Jacob, Louis en Martha (allen Auschwitz 1943)
  • Joachim Goudsmit en Rebekka Agsteribbe (beiden Auschwitz 1943)
    • zoon Jacob (idem)
  • Abraham Goudsmit (overleefde) en Mina van der Horst (Sobibor 1943)
    • zoon Max (Sobibor 1943)
  • Herman Goudsmit en Clara Vierra (beiden Auschwitz 1944)
  • Elsa Goudsmit (Auschwitz 1942)
  • Jansje van Bergen, weduwe van Abraham Goudsmit (Auschwitz 1942)
    • kinderen Samson (Sobibor 1943) en Rachel (Auschwitz 1943)
  • Abraham Goudsmit (Amsterdam 1945) en Stella Ricardo (Weststellingerwerf 1943)
  • Anna Goudsmit (Auschwitz 1942)
  • Betsij Voorzanger, weduwe van Salomon Goudsmit (Weststellingerwerf 1943)
  • Trijntje Goudsmit (Weststellingerwerf 1943)
  • Mozes Goudsmit en Eva Delaville (beiden Sobibor 1943)
    • kinderen Joseph Nathan en Veronica (beiden Sobibor 1943)
  • Catharina Goudsmit (Amsterdam 1941) en Samuel Klijnkramer (Auschwitz 1944)
    • kinderen Hijman en Salomon (Auschwitz 1943)
  • Anna Goudsmit (Auschwitz 1944)
  • Mozes Goudsmit (Auschwitz 1942) en Mietje Vleeschhouwer (Weststellingerwerf 1943)
    • kinderen Joseph Nathan en Veronica (idem)
  • Mietje Goudsmit (Weststellingerwerf 1943) en Salomon Pinto (Koningshutte 1943)
  • David Goudsmit (Auschwitz 1943) en Anna van Holland (Weststellingerwerf 1943)
  • Rebecca Goudsmit (Auschwitz 1942)
  • Jacques Goudsmit en Sophia Salomons (beiden Sobibor 1943)
  • Jacques David Goudsmit (Sabersdorf 1943)
  • Schoontje Goudsmit (Auschwitz 1944)
    • dochter Helena (idem)
  • Hijman Goudsmit (Auschwitz 1943)
  • Sientje Goudsmit en Abraham van Moppes (Sobibor 1943)
  • Samson Goudsmit (Sobibor 1943)
  • Rachel Goudsmit (Sobibor 1943)
  • Samuel Goudsmit en Hanna Loonstijn (Auschwitz 1943-1944)

De Goudsmits na de oorlog

Van de kleinkinderen van David Goudsmit en Flora Krijn overleefde dus iedereen de oorlog.  Nazaten wonen momenteel in Nederland, in Canada, in Australië en in Israël. Toch zijn er maar enkelen die op dit moment nog de naam Goudsmit dragen, dat zijn Paul Goudsmit en zijn kinderen. Paul is de zoon van Hans, de broer van mijn oma.

Vanuit andere takken zijn er gelukkig ook overlevers. Er zit een tak in de USA, daar al voor de oorlog naar toe geëmigreerd, meerdere in Israël, al dan niet onder de naam Goldsmith, en uiteraard ook in Nederland.

En zo komt er een eind aan een kleine geschiedenis van de Goudsmitfamilie, de nazaten van Jochem en Anna. Een geschiedenis van drie en een halve eeuw met leed en ontberingen die we ons vandaag de dag nauwelijks meer kunnen voorstellen. Maar natuurlijk ook met vreugde, levenslust en Joodse humor. Een geschiedenis die begint met de vlucht van een aantal families, honderden kilometers lopend over onverharde wegen, met misschien een handkar met wat bezittingen en die eindigt met het intikken van de naam 'Goudsmit' in het zoekveld van Facebook om te kijken of er misschien een ver familielid boven water komt.

Utrecht, 2012

Jelle Hoogland, zoon van Marijke Siezen die dochter is van Flora Goudsmit, die dochter was van Leo Goudsmit, die zoon was van David Goudsmit, die zoon was van Isaac Goudsmit, die zoon was van David Goudsmit, die zoon was van Nehemia Goudsmit, die zoon was van Salomon Jochem, die zoon was van Jochem Jochanan David, zoon van de illustere Lange David!

English version